Sanke

Sanke

Sanke is waarschijnlijk de moeilijkste variëteit om te kweken.
Dat betekend niet dat Sanke moeilijk te kweken is, maar wel dat goede Sanke aan zeer vele selectie criteria moeten voldoen voordat zij als echt goed worden beoordeeld. Het is dus wel eenvoudig om Sanke te kweken, maar niet om uit alle Sanke-broed enkele top vissen over te houden.

De meeste hebben of veel te veel zwart of juist te weinig en zien eerder uit als slechte Kohaku. Zelfs als het Sumi in de juiste hoeveelheid aanwezig is dan nog moet het juist geplaatst zijn. Als het dan al juist geplaatst is dan nog kan de Sanke van zeer geringe waarde zijn. Het volgende wat namelijk ook moet kloppen is de rode tekening. Om een goede Sanke te beschrijven moet het zwart ( Sumi ) op de goede plek hebben en liefst zoveel mogelijk in het wit. Het Sumi moet zeer diep lakachtig zwart zijn met een hoog glansaandeel. Dan moet de Sanke over een goed Kohaku patroon beschikken. Er mag zich niet teveel en niet te weinig rood op het hoofd bevinden. De ogen moeten liefst vrij zijn van rood en er mag zich ook geen zwart bevinden op het hoofd. Dan is het nog een voordeel als er mooie zwarte streepjes ( Tejime )aanwezig zijn in de vinnen en dat ook nog het liefste in een oneven aantal. Bijvoorbeeld links een streepje en rechts twee. Het wit moet helder en diep zijn en liefst moet de rode tekening niet teveel onder de naturaal lijn lopen. Als al deze dingen kloppen moet ook nog de body goed zijn.

Zoals je ziet is de Sanke veel meer dan de Kohaku of de Showa aan selectie en beoordeling criteria onderhevig. Bij een Kohaku is het belangrijkste punt wat een Sanke een Sanke maakt niet aanwezig. Namelijk het zwart. Bij een Showa mag het zwart juist veel dominanter of juist veel minder aanwezig zijn.
Dus bij deze beide andere variëteiten is duidelijk de Sanke in het nadeel.

Hier een Sanke uit onze kweek die inmiddels ruim de 70 cm gepasseerd is en veel van deze eigenschappen bezit.