Netto eiwitbenutting Koivoer. Deel 1.

Netto eiwit benutting.
Deel 1

Veel word geschreven over NEB waarde of met andere woorden netto eiwit benutting.
Sommige schrijven hele verhalen over de Netto eiwit benutting en dat het bij het ene vismeel beter is als bij het andere. Bij sommige word zelfs slachtafval aangehaald wat overigens voor 2014 in geen enkel visvoer verwerkt mocht worden volgens EU en tevens ook wereldwijd strikte regelgeving. Pas in 2014 werd de wetgeving in Europa hierop aangapast. Slechts een land in Europa heeft nog altijd de wetgeving dat er geen slachtafval in verwerkt mag worden en dat is Engeland. Deze wetgeving geld overigens ook alleen voor Europa. De meeste landen buiten Europa hanteren nog altijd de regelgeving dat er geen slachtafval in voer verwerkt mag worden. Zeker als het voer ook in andere landen verkocht mag en kan worden. Iedereen kent wel de negatieve verhalen over slachtafval in veevoeders. Ook wordt voer met slachtafval overigens nog altijd in de meeste landen buiten de EU meteen geweigerd als import product. Om eerlijk te zijn moet ik al diep gaan spitten om ook maar ergens een land te vinden waar het mogelijk is dit zonder vragen en/of problemen te importeren . Ik heb het althans niet gevonden. Zo heeft het bijvoorbeeld een jaar geduurd voordat we groen licht kregen om ons Yoshikigoi Koivoer naar bijvoorbeeld Amerika te exporteren omwille van deze regelgeving en de checks die vooraf gingen aan de vergunningen.

Dat dit dus zeer strenge eisen zijn zal U dus duidelijk zijn.

De Netto eiwit benutting in elk voer is dus uitsluitend gebaseerd op die ingrediënten die toegelaten zijn in de voederindustrie. Hieraan staan ook de voeder fabrikanten onder strenge regelgeving en toezicht. Wat voor ons belangrijk is dat, zover ik heb kunnen rechercheren, er bij Koivoer van de betere producenten geen slachtafval zit.
Dus is het eigenlijk ook overbodig om dit te noemen en daardoor een verkeerd beeld te verkrijgen van het Koivoer. Natuurlijk is het belangrijk om te weten wat lichaam eigen en niet lichaam eigen eiwitten zijn. Maar de niet lichaam eigen eiwitten afkomstig van slachtafval ( dierlijke eiwitten ) bevinden zich niet dus niet in de bekendere Koivoer merken. Een uitzondering betreft bloedmeel wat als eiwit vervanger steeds meer ingezet word en inmiddels ook in aanmerking komt om een uitzondering te gaan vormen op de EU koi voeders. Dit geproduceerde voer kan echter ook niet naar de meeste landen buiten de EU geëxporteerd worden. Bijvoorbeeld de eerste vraag en metten ook antwoord van de voedsel en waren inspectie van Amerika is zeer duidelijk hierin. Bevind zich eiwit in het voeder afkomstig van warmbloedige dieren is de import niet mogelijk.

Een goed Koivoer heeft een netto eiwit benutting van 65 a 75 %

Het zou goed zijn als de NEB op de verpakkingen van het koivoer vermeld zou staan.
Eiwitten uit vismeel zijn makkelijker en beter opneembaar als uit bijvoorbeeld soja. Dus met andere woorden, bij koivoer met een hoog gehalte Soja is de eiwit benutting lager als bij koivoer met een hoog gehalte vismeel.

De verschillen in kwaliteit vismeel zit hem vooral in de gebieden en de diepte waarop de vissen gevangen worden. Vismeel afkomstig van vissen uit dieper water en verder afgelegen water van bewoning zijn altijd duurder. Dit omdat de vissen schoner zijn van vervuiling en vaak ook veel meer kosten mee gemoeid zijn deze vissen te vangen. Denk alleen al aan de afstanden die de schepen af moeten leggen voor deze visvangst. Vooral carnivoor vissen die in diep water leven hebben door hun leefomstandigheden minder milieu schommelingen en ook het hoogste eiwit gehalte met een laag vetgehalte. Dit maakt dit vismeel echter ook meteen het duurste ter wereld en heeft ook een onmiddellijke en zeer invloedrijke impact op de prijs. Een ander punt is dat vismeel afkomstig kan zijn van gehele vissen of van vissen zonder slachtafval. De laagste eiwit kwaliteit vismeel word overigens geheel uit slachtafval gewonnen. Ook kunnen verschillende vissen een verschillend eiwit gehalte leveren. Slechts een voorbeeld Eiwit uit haringmeel heeft een hoger eiwitgehalte dan vismeel uit Zuid Amerika wat vooral uit ansjovis gewonnen word. Voor ieder die het interessant vind: Het productie proces is van vismeel is als volgt.

Ingriedients food

Productie vismeel.

Het meeste vismeel word gewonnen uit vissen die hiervoor speciaal voor de vismeel productie gevangen worden. Alle gemalen vis word eerst door middel van hete stoom ( ongeveer 90C ) gekookt. Hierna word door middel van persen de vloeibare en vaste vorm gescheiden. De vaste face bestaat vooral uit het vlees en de graten van de vis en het uitgeperste en afgescheiden vloeibare bestaat uit oliën en water. Hierin zitten ook veelal de opgeloste zouten en eiwit achtige verbindingen. Om de oliën hieruit te winnen word deze vloeistof gecentrifugeerd. Het restant wat in vaktermen veelal aangeduid word als stickwater word daarna in sommige gevallen ingedikt en daarna weer samengevoegd met de al eerder vaste face van het eerste proces. Bij hoogwaardig vismeel word dit ingedikte stickwater niet met de vaste face, maar gewoon als afzonderlijk product verkocht of als afval product geloosd.

In droge poedervorm bevat het stickwater haast een gelijk gehalte aan eiwitten als de vaste face. Het grote verschil is dat het eiwit uit de vaste face vrijwel geheel uit aminozuren bestaat. Dit terwijl het slickwater hoogstens 60% aminozuren bevat. Ook bevat het slickwater zogenoemde N houdende verbindingen. Enkele hiervan zijn NH3 ( ammonia) en trimethylamine ( ook een kleurloos, brandbaar gas dat een sterke vis-geur heeft )en biogene aminen. Hierop kom ik later nog even terug.

In de vakhandel word vismeel waar het stickwater aan toegevoegd is verhandeld als vol vismeel. Het vismeel bevat hiervan dan ongeveer 1/5 deel .

Vismeel waar dit niet aan toegevoegd word op de markt aangeboden als hoogwaardiger vismeel. Dit vismeel heeft een hogere eiwit bestendigheid. Eiwit bestendigheid betekend de fractie bestendig eiwit van het door de darm verteerbare eiwit uit het voer. Ook wel DVBE genoemd. Wat betekend dit nu in gewone taal. Om dit te vast te stellen word bijvoorbeeld in de pens van een koe een nylonzakje aangebracht met een voedermiddel. De fractie wat hiervan overblijft na incubatie is de eiwit bestendigheid. Deze eiwitten worden dus niet door de pens microben maar in de dunne darm afgebroken. Het zijn dus die eiwitten die onmiddellijk beschikbaar zijn voor het dier zelf.

Even iets om over a te denken ! Om bijvoorbeeld sojaschroot of raapzaadschroot eiwit bestendiger te maken word gebruik gemaakt van formaldehyde. Het percentage bestendig eiwit stijgt daarbij van ongeveer 35% naar meer dan 80%.

Go Sanke mix